In een verhit debat in de Tweede Kamer is PVV-leider Geert Wilders in aanvaring gekomen met minister-president Schoof over diens reactie op beschuldigingen van racisme binnen het kabinet. De confrontatie vond plaats nadat een lid van de Partij voor de Dieren twee kabinetsleden als ‘racisten’ bestempelde.
Wilders uitte zijn ongenoegen over Schoof’s reactie, of het gebrek daaraan, op deze beschuldiging. “Ik had gehoopt en verwacht dat u zou zeggen: ‘Wat zegt u nou, er zitten geen racisten in mijn kabinet’,” zei Wilders tegen de premier. Hij benadrukte dat als het gaat om normeren, dit “twee kanten op werkt” en dat hij een directe en felle reactie van de premier had verwacht.
Schoof verdedigde zijn aanpak door te stellen dat hij meermaals zijn vertrouwen in alle kabinetsleden heeft uitgesproken. “Als ik de mening zou zijn toegedaan dat ik racisten in mijn kabinet zou hebben, zou ik die woorden nooit hebben gebruikt,” verklaarde de premier.
Echter, voor Wilders was dit niet voldoende. Hij beschuldigde Schoof van een ‘slappe hap’-reactie en stelde dat wanneer kabinetsleden worden beschuldigd van racisme, hij verwacht dat de minister-president daar “direct afstand van neemt”.
Ondanks herhaalde pogingen van Schoof om zijn standpunt te verduidelijken, bleef Wilders ontevreden met de reactie van de premier.